​Uitkering uit een Liechtensteinse Stiftung wordt belast met erfbelasting

​Uitkering uit een Liechtensteinse Stiftung wordt belast met erfbelasting

In een Voorafgaande Beslissing van 27 juni 2016 (nr. 16025) heeft de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) zich uitgesproken over de fiscale behandeling van een uitkering uit een Liechtensteinse Stiftung.

In een Voorafgaande Beslissing van 27 juni 2016 (nr. 16025) heeft de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) zich uitgesproken over de fiscale behandeling van een uitkering uit een Liechtensteinse Stiftung.

Uitkering uit trust: VLABEL volgt federaal standpunt

In de praktijk werd al enige tijd uitgekeken naar het standpunt van VLABEL over uitkeringen uit een Stichting. Eerder had de Vlaamse Belastingdienst zich al aangesloten bij het standpunt van de federale administratie in verband met uitkeringen uit een trust (Standpunten nrs. 15033 en 15076 dd. 02.03.2015 en 26.05.2015). Uitkeringen uit een trust zijn belastbaar met erfbelasting. Ongeacht of het een discretionaire of niet-discretionaire trust betreft. Het enige verschil is het moment van de belasting. Bij een niet-discretionaire trust is de erfbelasting maar verschuldigd op het ogenblik dat er een uitkering uit de trust plaatsvindt.

Uitkering uit Liechtensteinse Stiftung: VLABEL volgt federaal standpunt niet

In verband met stichtingen had VLABEL zich nog niet uitgesproken. Op zich zorgde dit niet voor onzekerheid. De federale rulingdienst heeft zich verschillende keren positief uitgesproken over de uitkeringen uit een stichting. Zowel bij een Belgische private stichting als bij een Liechtensteinse stiftung. In beide gevallen was het voorwerp van de uitkering niet belastbaar met erfbelasting. De federale rulingdienst bevestigde telkens dat het overgedragen vermogen niet tot de nalatenschap van de erflater behoorde. Een stichting heeft immers rechtspersoonlijkheid zodat het vermogen van de stichting een afgescheiden vermogen vormt. Enkel indien de erflater een schenking had gedaan binnen de drie (of soms zeven jaar in het Vlaamse Gewest) voor het overlijden, dan was de schenking onderworpen aan de erfbelasting. Maar dat is de klassieke toepassing van artikel 7 W.Succ. of thans 2.7.1.0.5. VCF. Op de uitkering zelf was er geen erfbelasting verschuldigd.

Nieuwe standpunten VLABEL

De voorbije tijd werd echter duidelijk dat VLABEL zich strenger opstelt dan de federale administratie en over het algemeen beslissingen neemt die in het nadeel zijn van de belastingplichtige. Vandaar de vrees dat er wel eens beslissing zou kunnen komen dat uitkeringen uit een stichting toch belastbaar zijn.

Uitkering uit een Liechtensteinse Stiftung onderworpen aan erfbelasting

VLABEL oordeelt nu dat de uitkering uit een Liechtensteinse stichting onderworpen is aan erfbelasting op grond van artikel 2.7.1.0.6. VCF. De uitkering wordt dus gezien als een beding ten behoeve van een derde. VLABEL leidde dit af uit de concrete omstandigheden van het dossier:

  • De oprichter van de stichting heeft instructies gegeven aan het bestuur van de stichting in een huishoudelijk reglement (soms ook wel letter of wishes genoemd);
  • De oprichter heeft de begunstigden aangeduid in het huishoudelijk reglement.

Juist deze letter of wishes wordt aangegrepen voor de toepassing artikel 2.7.1.0.6. omdat zij een beding bevat ten behoeve van een derde (de begunstigden). Om die reden is er dan ook erfbelasting verschuldigd op de uitkering. Opnieuw gaat VLABEL in tegen een federaal standpunt.

Enkel in het Vlaamse Gewest

Het moet tot slot worden benadrukt dat dit standpunt enkel geldt indien de erflater bij zijn overlijden in het Vlaamse Gewest woont. Indien de erflater in het Waalse of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woonde, kan men terugvallen op de federale ruling, hoewel men er natuurlijk altijd rekening mee moet houden dat een ruling betrekking heeft op individuele gevallen en niet zomaar kan worden veralgemeend.



Terug naar overzicht