U bent ongetwijfeld op de hoogte van de rechtspraak van de hoven van beroep van Gent en Antwerpen waarin wordt geoordeeld dat bij de berekening van het voordeel van alle aard voor de gratis terbeschikkingstelling van een woning de (oude) coëfficiënt van 3,8 discriminerend was en bijgevolg niet langer toegepast mocht worden. U weet ook dat de fiscus zich bij deze rechtspraak heeft neergelegd in zijn circulaire van 15 mei 2018. Tot 2018 moest dus geen coëfficiënt meer in acht worden genomen (vanaf 1 januari 2019 is dit terug een coëfficiënt 2, gelet op de recente wijziging van de wetgeving op dit punt). Wat moet er echter gebeuren voor het verleden?
U bent ongetwijfeld op de hoogte van de rechtspraak van de hoven van beroep van Gent en Antwerpen waarin wordt geoordeeld dat bij de berekening van het voordeel van alle aard voor de gratis terbeschikkingstelling van een woning de (oude) coëfficiënt van 3,8 discriminerend was en bijgevolg niet langer toegepast mocht worden. U weet ook dat de fiscus zich bij deze rechtspraak heeft neergelegd in zijn circulaire van 15 mei 2018. Tot 2018 moest dus geen coëfficiënt meer in acht worden genomen (vanaf 1 januari 2019 is dit terug een coëfficiënt 2, gelet op de recente wijziging van de wetgeving op dit punt).
Wat moet er echter gebeuren voor het verleden? De Administratie heeft steeds aanvaard dat een bezwaarschrift kon ingediend worden. Maar wat als de bezwaartermijn verstreken is? Kan een verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing (wegens een nieuw feit) dan een oplossing bieden? De Administratie zegt categoriek neen aangezien er geen sprake zou zijn van een nieuw feit. Rechtspraak van een hof van beroep betreft immers geen nieuw feit. De Administratie werd daarin eerder gevolgd door de rechtbanken te Antwerpen en Brugge.
Het laatste woord hierover is echter nog niet gezegd, zo blijkt nu uit een recent vonnis van de rechtbank te Gent dd. 31 januari 2019.
De rechtbank wijst erop dat een arrest van het Grondwettelijk Hof dat antwoordt op een prejudiciële vraag wel wordt gekwalificeerd als een nieuw feit. Gewone rechtspraak vormt geen nieuw feit. Maar de reden voor dit verschil ligt vervat in het feit dat het Grondwettelijk Hof uitspraak doet over de geldigheid van een rechtsnorm en niet louter over de interpretatie ervan. Dezelfde redenering moet doorgetrokken worden naar een arrest waarin een hof van beroep concludeert dat een Koninklijk Besluit ongrondwettelijk is en dus buiten toepassing moet gelaten worden. Ook daar wordt geoordeeld over de geldigheid van een rechtsnorm. Bijgevolg kunnen ook arresten van andere rechtsinstanties als een “nieuw feit” worden aangemerkt, zoals bijvoorbeeld een arrest van een hof van beroep waarin zij een KB onwettig verklaart.
Dit vonnis bevestigt volledig de redenering die wij steeds hebben voorgehouden. Deze zienswijze bleek overigens ook al duidelijk uit een arrest van het Grondwettelijk Hof van 8 november 2006. Voor de praktijk betekent dit dat u via gerechtelijke weg de teveel betaalde belasting sedert inkomstenjaar 2013 terug kan vorderen van de fiscus. Dit zal wel via gerechtelijke weg moeten gebeuren aangezien de fiscus zich hier niet zomaar zal bij neerleggen.
Ons kantoor heeft reeds een groot aantal dossiers aanhangig gemaakt en heeft een uitgebreide ervaring ter zake. Meer info vindt u hier.