Sinds de Wet van 22 april 2003 kunnen echtgenoten met kinderen uit een vorige relatie bij huwelijkscontract een regeling treffen over hun erfrechten in elkaars nalatenschap. Dit vormt een toegelaten uitzondering op de algemene regel dat men geen overeenkomsten mag sluiten over niet-opengevallen nalatenschappen.
Sinds de Wet van 22 april 2003 kunnen echtgenoten met kinderen uit een vorige relatie bij huwelijkscontract een regeling treffen over hun erfrechten in elkaars nalatenschap. Dit vormt een toegelaten uitzondering op de algemene regel dat men geen overeenkomsten mag sluiten over niet-opengevallen nalatenschappen.
De Valkeniersclausule is een beding dat kan worden opgenomen in een huwelijkscontract of akte wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, hetgeen ervoor zorgt dat echtgenoten in hersamengestelde gezinnen afspraken kunnen maken over hun erfrechten in elkaars nalatenschap. Vereist is wel dat minstens één van beide echtgenoten kinderen heeft uit een vorige relatie.
Elke echtgenoot kan in onderling akkoord geheel of gedeeltelijk worden onterfd, bijvoorbeeld omwille van het waarborgen van de erfrechten van de kinderen uit de eerste relatie. Voor 1 september 2018 kon men niet zo ver gaan dat men het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad aan de langstlevende echtgenoot ontneemt. Deze rechten noemt men ook wel de concrete reserve van de langstlevende echtgenoot.
In de praktijk werd de materiële beperking, die inhield dat men geen afstand kon doen van zijn concrete reserve, als een hinderpaal ervaren. Door de concrete reserve van de langstlevende echtgenoot worden de kinderen uit de vorige relatie van de erflater beperkt tot de blote eigendom van de gezinswoning en huisraad. Zij moeten het vruchtgebruik van hun stiefouder (met wie de solidariteit en band soms minder sterk is) dulden. Een zeer vervelende situatie, zeker wanneer deze stiefouder nog jong is. In sommige gevallen was de stiefouder echter bereid om op voorhand afstand te doen van dit erfrechtelijk vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad, maar was dit juridisch gezien gewoonweg niet mogelijk.
Naar aanleiding van de hervorming van het huwelijksvermogensrecht heeft de wetgever beslist om de hierboven geschetste materiële beperking af te schaffen. Dit betekent dat echtgenoten met kinderen uit een vorige relatie voortaan een regeling kunnen treffen over al hun erfrechten, met inbegrip van het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad.
Om te vermijden dat de langstlevende echtgenoot (die een Valkeniersclausule heeft gesloten met uitsluiting van al zijn erfrechten in de nalatenschap van de andere echtgenoot) van vandaag op morgen aan de deur wordt gezet, voorziet de wetgever dat de langstlevende echtgenoot in alle omstandigheden moet beschikken over een overgangsperiode waarin hij (indien nodig) op zoek kan gaan naar een nieuwe woning. Concreet behoudt de langstlevende echtgenoot in dat geval een recht van bewoning van de gezinswoning en een recht van gebruik van het daarin aanwezig huisraad gedurende een periode van zes maanden. Verhuist de langstlevende echtgenoot sneller, dan zal deze geen recht hebben op de vruchten van de gezinswoning (zoals huurinkomsten), noch terug in de woning mogen gaan wonen.
Toch is de nieuwe Valkeniersclausule geen “alles-of-niets”-verhaal. De echtgenoten kunnen zo ver gaan dat ze volledig afstand doen van hun erfrechten in elkaars nalatenschap, maar de echtgenoten kunnen evenzeer opteren om hun erfrecht slechts gedeeltelijk te beperken . Zo is het perfect mogelijk om te voorzien in een tijdelijk (in plaats van een levenslang) vruchtgebruik of in een recht van bewoning (al dan niet tijdelijk) van de gezinswoning voor de langstlevende echtgenoot. Het verschil tussen een recht van vruchtgebruik en een recht van bewoning is dat men bij een recht van bewoning, in tegenstelling tot bij een recht van vruchtgebruik, enkel het recht heeft om de gezinswoning zelf (desgevallend met zijn gezinsleden) te bewonen, doch niet (zoals dit bij een recht van vruchtgebruik wel het geval is) om deze woning te verhuren en de huurinkomsten te innen.
Ook het hervormde erfrecht heeft een impact op de valkeniersclausule. Ingevolge de hervorming van het erfrecht moeten bepaalde vorm- en procedurevoorwaarden worden nageleefd, wil men een toegelaten erfovereenkomst sluiten. Dit nieuwe formalisme geldt niet enkel voor erfovereenkomsten die krachtens de hervorming van het erfrecht worden toegelaten, maar eveneens op de erfovereenkomsten die reeds onder het oude recht werden toegelaten. Het doorlopen van deze procedure neemt minstens zes weken in beslag zodanig dat een valkeniersclausule in extremis niet langer mogelijk is.
In de praktijk stelde men zich de vraag of deze mogelijkheid niet ook moest worden ingevoerd voor klassieke gezinnen. Op die manier zouden echtgenoten zonder kinderen of met gemeenschappelijke kinderen ook een regeling kunnen treffen over (een deel van) hun erfrechten in elkaars nalatenschap.
De wetgever opteert evenwel uitdrukkelijk om de regeling niet uit te breiden naar klassieke gezinnen. Zij is de mening toegedaan dat het wettelijk erfrecht van de langstlevende echtgenoot in de hoedanigheid van ouder van een kind gemakkelijker wordt aanvaard dan in de hoedanigheid van stiefouder. In het eerste geval wordt ze immers als een logische verderzetting van de gezinsentiteit beschouwd.
Voor ouders in een klassiek gezin bestaat de mogelijkheid vanaf 1 september 2018 om hun erfrechtelijke aanspraken te beperken door reeds voor het openvallen van de nalatenschap van hun echtgenoot te verzaken aan hun vorderingsrecht tot inkorting met betrekking tot schenkingen gedaan door hun echtgenoot. Dit kan door middel van een zogenaamde globale of punctuele erfovereenkomst. Deze verzaking onderscheidt zich evenwel van de verzaking via een valkeniersclausule omdat zij steeds wordt gedaan met betrekking tot welbepaalde schenkingen en dus niet met betrekking tot het geheel van diens erfrechten. Bovendien is de verzaking in een dergelijke erfovereenkomst enkel mogelijk met betrekking tot reeds gedane schenkingen, daar waar de verzaking in de valkeniersclausule ook doorwerkt op het toekomstige vermogen. Een dergelijke erfovereenkomst in evenzeer onderworpen aan het formalisme waarnaar hierboven werd verwezen.
Sedert 1 september 2018 kunnen gehuwden met kinderen uit een vorige relatie op een meer verregaande manier afstand doen van de erfrechten in elkaars nalatenschap. Deze mogelijkheid kan enkel worden toegejuicht.
Hebt u vragen over uw erfrechten in de nalatenschap van uw echtgenoot of partner, aarzel dan niet om ons te contacteren. Onze specialisten lichten u graag toe welke vorm van vermogens- en successieplanning het beste aansluit bij uw gezinssituatie.