Het huidige erfrecht is grotendeels gebaseerd op een verouderd maatschappijmodel waarin het klassieke gezin (gehuwde ouder met kinderen) minder de norm is geworden. Meer en meer partners huwen niet en wonen wettelijk of feitelijk samen. Ook de toename van het aantal hersamengestelde gezinnen zorgt voor nieuwe uitdagingen met betrekking tot de verhouding tussen stiefkinderen, gemeenschappelijke kinderen, halfbroers en -zussen en de stiefouders.
Het huidige erfrecht is grotendeels gebaseerd op een verouderd maatschappijmodel waarin het klassieke gezin (gehuwde ouder met kinderen) minder de norm is geworden. Meer en meer partners huwen niet en wonen wettelijk of feitelijk samen. Ook de toename van het aantal hersamengestelde gezinnen zorgt voor nieuwe uitdagingen met betrekking tot de verhouding tussen stiefkinderen, gemeenschappelijke kinderen, halfbroers en -zussen en de stiefouders.
De complexiteit van de maatschappelijke realiteit noopte tot een flexibilisering van het erfrecht, die toelaat om in te spelen op de veelheid aan familievormen. Bij veel burgers leeft de wens tot meer autonomie, zodat men een erfrecht “op maat” kan uitwerken, aangepast aan de eigen specifieke situatie.
Op 1 september 2017 werd de Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De nieuwe regels treden in werking op 1 september 2018. Ze zijn van toepassing op overlijdens vanaf dan. Voor overlijdens tot die datum gelden de huidige regels nog.
Hebt u reeds schenkingen gedaan, dan kan het in sommige gevallen nuttig zijn om de huidige regels te behouden met betrekking tot de waardering en het karakter van de schenking (werd de schenking al dan niet op voorschot van erfdeel gedaan). Hiertoe dient u een verklaring af te leggen bij een notaris. U heeft daarvoor nog de tijd tot en met 31 augustus 2018. Het is dus van belang om een bestaande planning opnieuw vanonder het stof te halen en na te gaan of er desgevallend aanpassingen moeten of kunnen gebeuren, dan wel of een verklaring van behoud al dan niet opportuun is.
Hieronder vatten we de belangrijkste punten van de hervorming reeds samen:
Uw kinderen:
- Uw afstammelingen (kinderen, of bij vooroverlijden van een kind diens kinderen) erven elk evenveel van u indien u niets onderneemt.
- Zij hebben zelfs een voorbehouden erfdeel waarop zij altijd aanspraak kunnen maken. In de huidige regeling hangt dit voorbehouden erfdeel af van het aantal kinderen dat u nalaat (vb. één kind hebben recht op minimaal de helft van uw nalatenschap, twee kinderen hebben samen recht op ⅔ van uw nalatenschap, etc). Vanaf 1 september 2018 zal het voorbehouden erfdeel van afstammelingen (samen) 50% van de nalatenschap bedragen, ongeacht hoeveel afstammelingen er zijn. Hierdoor wordt het beschikbaar deel (het deel waarmee u kan doen wat u wil) vastgeklikt op 50% van de nalatenschap.
- Met dit beschikbaar deel kan u één of meerdere kinderen specifiek gaan bevoordelen maar ook de langstlevende echtgeno(o)t(e) of partner, stiefkinderen, kleinkinderen of derden.
- Voorbeeld 1: U hebt 2 kinderen A en B. Zij hebben minstens samen recht op 50% van uw nalatenschap. U wil echter 1 kind zoveel mogelijk bevoordelen bij testament. In dat geval kan u aan kind A 75% geven en aan kind B 25%.
- Voorbeeld 2: U hebt 3 kinderen. U hebt een testament opgemaakt waarbij u alles aan een goed doel nalaat. Uw kinderen hebben minsten samen recht op 50% van uw nalatenschap. De andere 50% komt toe aan het goede doel.
Uw stiefkinderen:
- Stel u laat kinderen na uit een eerste huwelijk alsook een langstlevende echtgeno(o)t(e) uit een tweede huwelijk. De nalatenschap vererft in de verhouding vruchtgebruik (voor de langstlevende)/blote eigendom (voor de kinderen).
- Voor stiefkinderen is het soms moeilijk het vruchtgebruik van hun stiefouder te dulden. Om aan deze problematiek tegemoet te komen wordt de omzetting van het vruchtgebruik vereenvoudigd. Uw kinderen zullen tegenover hun stiefouder op eerste verzoek, het vruchtgebruik (m.u.v. van het vruchtgebruik op de gezinswoning) kunnen laten omzetten in volle eigendom op een deel van de nalatenschap. Zij moeten dus geen cash voorhanden hebben om te kunnen omzetten en moeten ook niet wachten om over hun deel ten volle te kunnen beschikken tot de stiefouder is overleden.
Uw ouders:
- Stel dat uw ouders nog leven op het moment dat u overlijdt en u hebt geen kinderen. In dat geval erven uw ouders nog van u, ook al bent u gehuwd of samenwonend. Dit zal ook na 1 september 2018 zo blijven. Indien u dit niet wenst, omdat u - bijvoorbeeld - uw hele nalatenschap aan uw partner wil laten toekomen - dan kan dit in de toekomst zo gepland worden (vroeger kon dit slechts in bepaalde gevallen). Het voorbehouden erfdeel van de ouders (de ascendentenreserve) wordt immers afgeschaft.
- In ruil voor deze afschaffing hebben ouders wel een onderhoudsvordering ten aanzien van uw nalatenschap wanneer zij behoeftig zijn op het moment van uw overlijden (niet pas nadien). Deze onderhoudsvordering kan worden voldaan in een rente of kapitaal en beloopt maximum ¼ van de nalatenschap (per behoeftige ouder).
- Voorbeeld: U bent feitelijk samenwonend en hebt geen kinderen. U kan een testament opstellen waarbij u uw volledige vermogen nalaat aan uw partner. Zijn uw ouders nog in leven en zijn zij behoeftig op het moment van uw overlijden, dan zullen zij uw partner aanspreken om hen een rente of kapitaal uit te betalen. Er zullen jaarlijks tabellen worden gepubliceerd om dit kapitaal te berekenen. Zij kunnen evenwel maximum samen 50% van uw nalatenschap via deze onderhoudsvordering ontvangen.
Uw langstlevende echtgeno(o)t(e):
- Aan de omvang van het voorbehouden erfdeel van uw langstlevende echtgeno(o)t(e) verandert niets. Deze ontvangt in principe steeds minstens het vruchtgebruik van de helft van uw nalatenschap (abstracte reserve) en in ieder geval het vruchtgebruik van de gezinswoning en huisraad (concrete reserve).
- Na uw overlijden heeft uw langstlevende echtgeno(o)t(e) in principe ook recht op vruchtgebruik op alles wat u tijdens het huwelijk met voorbehoud van vruchtgebruik, aan uw kinderen hebt gegeven. Uw echtgeno(o)t(e) zal dat vruchtgebruik dan mogen verder zetten, tenzij hiervan afstand werd gedaan.
- Belangrijk is dat vanaf 1 september 2018 de langstlevende echtgeno(o)t(e) geen vruchtgebruik meer zal hebben op goederen die u aan uw kinderen hebt gegeven voor het huwelijk.
Inkorting/inbreng:
- Stel u hebt schenkingen gedaan die afbreuk doen aan het voorbehouden erfdeel van uw afstammelingen. Deze kunnen dan de goederen die te veel toekomen aan deze begiftigde terugvorderen.
- Inbreng van de ontvangen schenkingen dient om de gelijkheid tussen de kinderen te waarborgen.
- De inkorting en inbreng zullen vanaf 1 september 2018 gebeuren in waarde, daar waar zij in de huidige regeling de inkorting in principe in natura (de goederen zelf) gebeurde en de inbreng afhankelijk van het voorwerp van de schenking in waarde of in natura gebeurde.
- Men zal vanaf 1 september 2018 ook altijd rekening houden met de waarde op het moment van de schenking en een indexatie aan de index der consumptieprijzen toepassen.
- Hiermee worden de regels van inkorting en inbreng wat betreft de waarde en wijze met elkaar gelijk gesteld.
- Voorbeeld: U schonk in 2007 aan kind A een woning met een waarde van 300.000 euro en aan kind B in 2009 een som geld van 300.000 euro. U overlijdt na 1 september 2018. Voor de inbreng zal worden rekening gehouden met de geïnxeerde waardes (niet meer met de waarde op het moment van overlijden - die evident sterk kan verschillen afhankelijk van het soort goed dat werd geschonken). Het onroerend goed zelf zal ook niet meer moeten worden ingebracht in natura door kind B.
Het verbod op erfovereenkomsten:
- Het wettelijk verbod blijft behouden maar wordt verduidelijkt en de wettelijke uitzonderingen worden uitgebreid.
- Er wordt een globale erfovereenkomst (familiepact) ingevoerd die zal toelaten dat moeder en/of vader met al hun kinderen een regeling treffen over de verdeling van hun nalatenschap. Daarbij kan rekening worden gehouden met schenkingen uit het verleden en deze die in het familiepact zelf worden gedaan maar even goed met andere voordelen die aan één van de kinderen werden toegekend (o.a. de zogenaamde dienstengiften). Dergelijke regeling zal enkel mogelijk zijn met alle kinderen en op voorwaarde dat een subjectief evenwicht wordt bereikt.
- Er worden verder ook enkele punctuele erfovereenkomsten toegelaten.
De komende weken zullen we dieper ingaan op de verschillende onderdelen van de hervorming. Hou dus zeker onze website in de gaten.