Interview met Nathalie Labeeuw. Bron: Netto.
Schenken zonder schenkbelasting te betalen kan nare gevolgen hebben. Als u binnen drie jaar na de schenking overlijdt, moet de begiftigde er erfbelasting op betalen. En als hij weigert, probeert de fiscus die belasting te verhalen op de andere erfgenamen. Het Grondwettelijk Hof onderzoekt of dat laatste discriminatie is.
Interview met Nathalie Labeeuw. Bron: Netto.
Schenken zonder schenkbelasting te betalen kan nare gevolgen hebben. Als u binnen drie jaar na de schenking overlijdt, moet de begiftigde er erfbelasting op betalen. En als hij weigert, probeert de fiscus die belasting te verhalen op de andere erfgenamen. Het Grondwettelijk Hof onderzoekt of dat laatste discriminatie is.
Zou u het volgende rechtvaardig vinden? Anderhalf jaar voor zijn overlijden schonk uw vader 200.000 euro aan een goede vriendin, die geen wettelijke erfgenaam is van hem. Hij deed dat via een bankgift, zonder schenkbelasting te betalen. Maar na het overlijden van uw vader stuurt de fiscus u een aanslag om de erfbelasting op die schenking te betalen omdat de vriendin in kwestie weigert die belasting te betalen.
Dat is exact wat twee zussen uit Antwerpen overkwam. Ook al hebben zij die 200.000 euro nooit zelf ontvangen, toch vraagt de fiscus hun de verschuldigde belasting te betalen omdat de vriendin weigert dat te doen. De zussen zijn het daar niet mee eens en leggen de zaak voor aan de rechtbank. Die heeft eind juli aan het Grondwettelijk Hof gevraagd of er in dit geval sprake is van discriminatie. Het Hof heeft een jaar om te antwoorden op die vraag.
Hoe kan het dat de fiscus de twee zussen aanspreekt? Drie elementen spelen daarin een rol. Ten eerste werd er geen schenkbelasting op de schenking betaald. Ten tweede is de vader overleden binnen de ‘verdachte periode’ van drie jaar na de schenking. En ten derde beroept de fiscus zich op een bijzondere aansprakelijkheidsregeling om de verschuldigde belasting te verhalen op de erfgenamen, ook al hebben die geen enkele baat gehad bij de schenking. Een woordje uitleg bij die drie elementen.
1. Schenken zonder schenkingsrechten te betalen
In principe moet een schenking geregistreerd worden, waardoor schenkbelasting betaald moet worden op dat moment. Vlaanderen maakt een onderscheid tussen schenkingen van roerende en van onroerende goederen.
Als u schenkt én als u die schenking vervolgens laat registreren in ons land, dan zult u schenkbelastingen moeten betalen. De hoogte van die belasting hangt af van een aantal elementen.
De tarieven op een onroerende schenking zijn progressief. Dat betekent dat ze stijgen in functie van de waarde van het geschonken goed. Sinds juli heeft Vlaanderen die tarieven verlaagd, in de hoop Vlamingen aan te zetten vaker vastgoed te schenken.
De schenkingstarieven op roerende goederen zoals geld of aandelen zijn daarentegen vlak. In rechte lijn (tussen (groot)ouders en (klein)kinderen) is het tarief 3 procent, voor alle anderen is het 7 procent, ongeacht het bedrag van de schenking. Schenkingen van familiebedrijven kunnen sinds 2012 zelfs geregistreerd worden tegen een gunsttarief van 0 procent.
Maar er bestaan pistes om de schenkbelasting op roerende goederen te ontlopen. Een eerste is de schenking te laten optekenen door een buitenlandse, bijvoorbeeld Nederlandse notaris. En andere piste is die van de hand- of bankgift. De winst zit in de fiscale besparing. Maar er zit een addertje onder het gras. Vanaf het moment van de niet-geregistreerde schenking begint de ‘verdachte periode van drie jaar’ te lopen.
2. Verdachte periode van drie jaar
De wet zegt dat erfgenamen erfbelasting moeten betalen op goederen die in de drie jaar vóór het overlijden van de schenker werden geschonken zonder dat daar schenkbelasting op werd betaald, ook al zitten die goederen niet meer in zijn nalatenschap. Dat geldt voor alle niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen, zoals een hand- of bankgift. Voor niet-geregistreerde schenkingen van familiebedrijven is die verdachte periode in 2012 zelfs uitgebreid tot zeven jaar.
De wetgever wil met die regel vermijden dat mensen op hun sterfbed hun nalatenschap uithollen om minder erfbelasting te moeten betalen. De tarieven van de erfbelasting zijn immers progressief: hoe hoger de waarde van de nalatenschap, hoe hoger het tarief.
3. Bijzondere aansprakelijkheid
In principe moet degene die de schenking gekregen heeft, de erfbelasting betalen als de schenker overlijdt binnen drie jaar. Maar wat als die begiftigde met de noorderzon verdwenen is op het moment van het overlijden? Of de schenking al volledig opgesoupeerd heeft en onvoldoende solvabel is om die belasting te betalen? Of gewoonweg weigert de erfbelasting te betalen? In principe kan de fiscus de procedure van gedwongen uitvoering opstarten. Maar de wet biedt de fiscus nog een andere uitweg om de fiscale ontvangsten binnen te halen. Die bijzondere aansprakelijkheidsregel zegt dat erfgenamen ‘samen aansprakelijk zijn, ieder in verhouding tot zijn erfdeel, voor de gezamenlijke erfbelasting die verschuldigd is’. Met andere woorden: geeft de begiftigde van de schenking niet thuis om de erfbelasting te betalen, dan kan de fiscus de andere erfgenamen aanspreken om die fiscale schuld te vereffenen.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde vier jaar geleden al dat het discriminerend is als de fiscus zich tot de andere erfgenamen richt om de erfbelasting te betalen op een bedrag dat via een groepsverzekering in handen komt van een (niet-)erfgenaam die weigert de erfbelasting te betalen op die uitkering. Als reactie op dat arrest van het Grondwettelijk Hof heeft de wetgever de regels aangepast. De fiscus kan zich niet meer wenden tot de andere erfgenamen om de erfbelasting te innen op een uitkering van een groepsverzekering aan een (niet-)erfgenaam.
Specialisten denken dan ook dat het Grondwettelijk Hof tot hetzelfde besluit zal komen in de situatie waarbij een niet-erfgenaam een bedrag gekregen heeft via een niet-geregistreerde schenking. In het concrete geval hadden de zussen op het moment van de bankgift geen ‘passende maatregelen’ kunnen treffen om ervoor te zorgen dat de vriendin bij het overlijden van de vader wel degelijk haar verplichting om de erfbelasting te betalen zou nakomen. Een dergelijke ‘passende maatregel’ zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat een deel van het geschonken bedrag drie jaar geblokkeerd wordt, zodat het gebruikt kan worden om de erfbelasting te betalen als de schenker binnen drie jaar zou overlijden.
‘Wie in de situatie zit dat de begiftigde niet thuis geeft, zit als erfgenaam in een moeilijke situatie. Er zijn weinig andere opties dan de fiscale schuld betalen’, weet Nathalie Labeeuw, specialist vermogensplanning bij het advocatenkantoor Cazimir. ‘Een mogelijkheid is de erfenis te verwerpen, maar dat is natuurlijk geen aanlokkelijk alternatief als er nog veel andere goederen in die nalatenschap zitten’, geeft ze mee.
Wie roerende goederen schenkt, kan ontsnappen aan de driejaarstermijn. De schenking registreren en het vlakke tarief van 3 procent (in rechte lijn) of 7 procent (anderen) betalen volstaan.
Volgens haar heeft de schenker de sleutel in handen. ‘Wie roerende goederen schenkt, kan op een eenvoudige manier ontsnappen aan de driejaarstermijn. De schenking registreren en het vlakke tarief van 3 procent (in rechte lijn) of 7 procent (anderen) betalen volstaan. U hebt definitief afgerekend met de fiscus en hoeft zich geen zorgen te maken over de fiscale factuur als u zou overlijden binnen drie jaar. Uw erfgenamen zullen niet gevraagd worden alsnog erfbelasting te betalen op dat bedrag, laat staan dat een van uw erfgenamen aangesproken zou worden om de erfbelasting te betalen op een bedrag dat u aan iemand anders schonk.’
Schenking van vastgoed
Voor schenkingen van vastgoed is er geen ‘verdachte’ periode van drie jaar. Toch is die termijn ook een belangrijk aandachtspunt.
Een schenking van vastgoed in België moet altijd voor een Belgische notaris verleden worden. Bijgevolg zal de schenkingsakte geregistreerd worden, waardoor schenkbelasting betaald wordt. Maar dat wil niet altijd zeggen dat u definitief hebt afgerekend met de fiscus. Een onroerende schenking minder dan drie jaar voor het overlijden wordt bij de (onroerende) nalatenschap gevoegd. Niet om ze te belasten met erfbelasting, want u hebt er al schenkbelasting op betaald. Maar wel om het tarief van de erfbelasting op het erfdeel te bepalen. En dat tarief stijgt naarmate de waarde van het erfdeel groter is. Een gedane schenking creëert dus een opduweffect. ‘Overweegt u vastgoed te schenken, dan wacht u daar dus beter niet mee tot uw gezondheidstoestand verslechtert’, adviseert Nathalie Labeeuw.