​Corsan-dossier: hoger beroep tegen weigering aflevering attest is onontvankelijk volgens het Hof van Beroep van Antwerpen

​Corsan-dossier: hoger beroep tegen weigering aflevering attest is onontvankelijk volgens het Hof van Beroep van Antwerpen

In het beruchte Corsan-dossier heeft het Hof van Beroep van Antwerpen op 6 februari 2018 het hoger beroep tegen de weigering tot aflevering van de eindattesten onontvankelijk verklaard. Hiermee wordt het voor de getroffen belastingplichtigen quasi onmogelijk om nog aan te tonen dat het fiscaal voordeel van de tax shelter terecht werd verkregen.

Achtergrond

In het verleden hebben veel ondernemingen geïnvesteerd via het tax-shelter regime. Dit fiscale regime moet o.a. het investeren in de de productie van audiovisuele en cinematografische werken aanmoedigen. Zo verkrijgt een onderneming die investeert in dergelijke werken een vrijstelling van haar belastbare gereserveerde winst tot 150% van de sommen die voor de productie zijn betaald (voor overeenkomsten gesloten voor 1 januari 2015).

De fiscale vrijstelling is evenwel pas definitief verworven wanneer de filmproducent een ‘voltooiings-attest’ verkrijgt van de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap en een ‘eindattest’ van de FOD Financiën. Om het eindattest te verkrijgen, moet de filmproducent en het audiovisuele werk voldoen aan een aantal voorwaarden.

Vele ondernemingen investeerden hun geld bij het filmhuis Corsan. Dit filmhuis verkreeg voor een aantal films ("Killing Season", "Emperor" en “Third Person") evenwel niet de eindattesten, waardoor de fiscus de investeerders verplichtte hun fiscaal voordeel terug te nemen en hiervoor nalatigheidsinteresten aanrekende en een belastingverhoging toepaste.

Rechtbank Eerste Aanleg Antwerpen

Om de gemoederen te bedaren, stelde Corsan een vordering in bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen, om de FOD Financiën te dwingen de eindattesten voor de betrokken films af te leveren.

In een vonnis van 28 oktober 2016 wees de rechtbank deze vordering echter af, o.a. omdat de kosten voor de productie van de films op een forfaitaire wijze werden vastgesteld. De eindattesten werden derhalve terecht niet toegekend volgens de rechtbank.

Kort daarna, op 16 december 2016 werd Corsan in staat van faillissement verklaard door de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen.

Hof van Beroep Antwerpen

Op 27 april 2017 stelde Corsan (bij monde van haar bestuurder) hoger beroep in tegen het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen.

Vanaf het moment dat een vennootschap failliet wordt verklaard, verliest zij evenwel het beheer van haar goederen, dat aan de curator wordt overgedragen. Het is dan ook de curator die hoger beroep moet aantekenen of de vordering tot hoger beroep moet bevestigen. De vennootschap zelf kan enkel nog een hoger beroep aantekenen bij stilzitten van de curator.

In casu werd het hoger beroep ingesteld met akkoord van de curator, op voorwaarde dat de bestuurder van Corsan zou instaan voor de kosten van de procedure.

De curator gaf vervolgens evenwel aan dat hij het hoger beroep niet zou verder zetten en dat de tussenkomst van de bestuurder van Corsan beperkt moest blijven tot de neerlegging van het verzoekschrift. Het akkoord van de curator betrof m.a.w. enkel de neerlegging van een verzoekschrift ten bewarende titel.

De beroepsprocedure werd echter toch voorgezet door de bestuurder, hetgeen volgens het Hof van Beroep niet mogelijk was. De bestuurder beschikte immers niet over de vereiste hoedanigheid om het hoger beroep verder te zetten. Het hoger beroep werd bijgevolg onontvankelijk verklaard.

Conclusie

Sommige belastingplichtigen hoopten dat een rechtbank de Belgische Staat zou verplichten om de betrokken eindattesten af te leveren. Zij dienden dan ook een bezwaarschrift in tegen de navordering van het fiscale voordeel van de tax shelter, waarbij gevraagd werd om de beslissing over dit bezwaarschrift uit te stellen tot er een gerechtelijke beslissing werd genomen over de eindattesten.

Met het betrokken arrest maakt het Hof van Beroep van Antwerpen een einde aan deze hoop. Het is immers onwaarschijnlijk dat de curator een beroep bij het Hof van Cassatie gaat instellen, aangezien hij ook de beroepsprocedure niet wenste te voeren.

De fiscale administratie zal dan ook naar alle verwachting de betrokken bezwaarschriften afwijzen. De betrokken belastingplichtigen die de tax shelter nog niet op definitieve wijze hebben vrijgesteld, kunnen enkel nog vragen aan de administratie om af te zien van de belastingverhoging (op basis van de instructie van de Minister van Financiën van 27 april 2017). Indien dit nog niet gebeurd is, dienen zij hiervoor best nog snel een aanvullend bezwaarschrift in. Vervolgens kan ook nog een kwijtschelding van nalatigheidsinteresten gevraagd worden in een apart schrijven aan de Adviseur-Generaal van de administratie belast met de inning en invordering van de inkomstenbelasting.

Hiermee valt allicht het doek definitief over de fiscale gevolgen van het Corsan-debacle, waarin ernstige vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de rol die de Belgische overheid heeft gespeeld. Het is o.i. immers bekritiseerbaar om ondernemers het fiscaal voordeel te ontzeggen van een systeem dat actief gepromoot werd door de overheid, maar waarin diezelfde overheid tezelfdertijd naliet om de kwaliteit en de kredietwaardigheid van één van de grootste spelers te controleren.

Lees meer over dit onderwerp op deze link


Terug naar overzicht