Bespiegelingen bij het Vlaams regeerakkoord

Bespiegelingen bij het Vlaams regeerakkoord

Recent werd het regeerakkoord van de Vlaamse Regering gepubliceerd. Het document omvat maar liefst 300 pagina’s.... Wij beperken ons in dit artikel tot de geplande hervormingen in de schenk-, erf- en registratiebelasting en bespreken o.a. de verlenging van de risicoperiode naar vier jaar en verlaging van de registratierechten bij de aankoop van een eerste woning.

Recent werd het regeerakkoord van de Vlaamse Regering gepubliceerd. Het document omvat maar liefst 300 pagina’s.... Wij beperken ons in dit artikel tot de geplande hervormingen in de schenk-, erf- en registratiebelasting.

1. Verlenging risicoperiode naar vier jaar

In de begin augustus gepubliceerde startnota werd aangekondigd dat men zou onderzoeken of men schenkingen kon stimuleren via het optrekken van de termijn voor progressievoorbehoud.

Het uiteindelijke regeerakkoord vermeldt dat men de zogenaamde risicoperiode van drie naar vier jaar zal verlengen.

Dit is niet hetzelfde.

De tarieven voor het schenken van vastgoed zijn progressief. Om te vermijden dat men kort na elkaar nieuwe schenkingen doet (en dus telkens kan profiteren van de laagste tarieven), houdt men bij elke schenking én overlijden rekening met het vastgoed dat in de voorbije drie jaar geschonken werd aan dezelfde begiftigde. Het voordien geschonken vastgoed wordt niet opnieuw belast, maar het tarief waartegen het overige vastgoed wordt belast, houdt er wel rekening mee, waardoor het hoger kan uitkomen. Dit noemt men progressievoorbehoud.

Daarnaast bestaat er de zogenaamde verdachte of risicoperiode voor niet-geregistreerde schenkingen (dit zijn schenkingen waarop geen schenkbelasting werd geheven zoals een bankgift, handgift of schenking via buitenlandse notaris). Wanneer de schenker binnen de drie jaar na deze schenking overlijdt, wordt de schenking fictief bij de nalatenschap geteld en is men alsnog erfbelasting verschuldigd op de omvang van de eerdere schenking.

Zowel de periode van progressievoorbehoud als de risicoperiode bedragen momenteel drie jaar. De risicoperiode zou nu verlengd worden naar vier jaar. Over de periode van progressievoorbehoud vermeldt het regeerakkoord niets. Blijft deze wel op drie jaar?

Daarnaast dringen overgangsmaatregelen zich op. Zonder overgangsmaatregelen zal de risicoperiode van vier jaar ook van toepassing zijn op reeds gedane schenkingen. Dit zorgt voor rechtsonzekerheid en kan toch niet de bedoeling zijn.

Sowieso verdient het de aanbeveling om reeds gedane doch niet-geregistreerde schenkingen een semi-vaste datum te laten verkrijgen om te vermijden dat men alsnog onder de nieuwe regelgeving valt. Met name bij handgiften kan dit probleem zich voordoen.

Verschillende verzekeraars bieden reeds een oplossing voor deze risicoperiode: in ruil voor een premie dekken zij het risico van overlijden binnen de drie jaar. Aangezien deze risicoperiode nu verlengd wordt, zal ook de totale kostprijs van dit soort verzekeringen stijgen. Wanneer er geen overgangsmaatregelen zouden komen (zie supra), kunnen de verzekerden die momenteel een successieverzekering hebben lopen, best een bijpremie betalen aangezien hun huidige polis slechts voor drie jaar dekking voorziet.

2. Verlaging registratierechten aankoop eerste woning

Vroeger betaalde u vijf procent registratierechten bij de aankoop van uw eerste woning, op voorwaarde dat het kadastraal inkomen onder een bepaalde grens bleef (het zogenaamde klein beschrijf). Was dat niet het geval, dan was er tien procent registratierechten verschuldigd (groot beschrijf).

Aangezien de kadastrale inkomens geen waarheidsgetrouw beeld meer schetsen van de reële (huur)waarde van een woning, drong een hervorming zich op. Recent (sinds 1 juni 2018) kan men bij de aankoop van een eerste woning genieten van een verlaagd tarief van zeven procent registratierechten, en dit ongeacht het kadastraal inkomen van de woning.

Dit tarief zou nu verlaagd worden naar zes procent oftewel een besparing van één procent van de kostprijs van de woning. Tenzij u een kasteel koopt, bedraagt de besparing dus enkele duizenden euro’s.

De keerzijde van de medaille is dat de woonbonus uitdooft. De woonbonus bedraagt 1520 euro per jaar en wordt de eerste tien jaar van de lening verhoogd met 760 euro wanneer u geen andere woning bezit. Op dit bedrag geniet u vervolgens een belastingbesparing van 40 procent én u bespaart bovendien gemeentebelasting. Voor een koppel kan het totale voordeel, gespreid over de looptijd van de lening, makkelijk oplopen tot 30.000 euro.

In tegenstelling tot de belastingverschuiving die beloofd werd in de startnota, gaat het hier dus wel degelijk om een belastingverhoging die een modaal gezin - gedurende de ganse looptijd van hun hypothecaire lening - al snel 25.000 euro kan kosten. Wanneer u een nieuwbouwwoning koopt, kan u niet genieten van de verlaagde registratierechten en verliest u dus nog meer.

3. Overige maatregelen

In de startnota werd voorgesteld om de erfbelasting tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden, alsook voor minderjarige kinderen volledig af te schaffen. In het regeerakkoord wordt hier niets meer over vermeld.

Er komt wel een tariefverlaging voor goede doelen en men zou één “best friend” mogen kiezen die tevens kan genieten van de tarieven in rechte lijn in de erfbelasting. Dit laatste zou volgens de website van Open VLD en de recent gepubliceerde ramingen wel beperkt worden tot 12.500 euro.

Daarnaast zou de regeling voor duo-legaten worden aangepast om beter aan te sluiten bij het het zuiver altruïstisch karakter ervan. Uit de recent gepubliceerde ramingen blijkt dat de mogelijkheid tot duo-legaat volledig zou worden opgeheven. In ruil zou het gunsttarief voor schenkingen aan goede doelen wel blijven bestaan en “versterkt worden”.

Wenst u op de hoogte te blijven? Volg Cazimir op LinkedIn!



Terug naar overzicht