Beroepsschulden binnen het huwelijk. Wie betaalt ze?

Beroepsschulden binnen het huwelijk. Wie betaalt ze?

Wie van de echtgenoten kan worden aangesproken voor de betaling van beroepsschulden van één van hen? Een interessante vraag om bij stil te staan voordat u in het huwelijksbootje treedt.

Wanneer u op het moment van uw huwelijk of nadien geen huwelijkscontract hebt opgemaakt, valt u automatisch onder het wettelijk stelsel. Dit is het huwelijksvermogensstelsel waarvan de wetgever heeft gedacht dat het passend was voor de meeste koppels.

Het wettelijk stelsel kent twee soorten vermogens:

  • het eigen vermogen van elke echtgenoot;
  • het gemeenschappelijk vermogen.

Wat behoort nu tot welk vermogen?


Kort samengevat: Eigen zijn alle voorhuwelijkse goederen: goederen die de echtgenoot dus bezat voor het huwelijk werd gesloten. Voorbeelden van deze goederen zijn onder meer: de gelden op de spaarrekening, de bouwgrond of woning die de echtgenoot aankocht voor het huwelijk, de handelszaak die de echtgenoot uitbaatte bij het aangaan van het huwelijk, etc.

Eigen zijn verder alle goederen door een echtgenoot verworven via een nalatenschap of via een schenking (zowel voor als tijdens het huwelijk ontvangen).

Gemeenschappelijk zijn alle inkomsten van de beide echtgenoten, zowel beroepsinkomsten (lonen, wedden, werkloosheidsuitkeringen,…) als inkomsten uit eigen goederen (huuropbrengsten van een eigen goed).

Gemeenschappelijk zijn verder alle goederen waarvan niet kan bewezen worden dat ze de eigendom zijn van één van de echtgenoten.

Naar analogie met de activa kent het wettelijk stelsel twee soorten schulden (passiva):

  • de gemeenschappelijke schulden;
  • de eigen schulden van elke echtgenoot.

Wat nu met schulden aangegaan voor het beroep van één van de echtgenoten?

Volgens het Burgerlijk Wetboek zijn dergelijke schulden in principe gemeenschappelijke schulden. Dit is logisch, aangezien deze schulden dienen voor het verwerven van inkomsten, die in een wettelijk stelsel gemeenschappelijk zijn.


Een schuldeiser van gemeenschappelijke schulden kan deze normaal gezien verhalen op zowel het gemeenschappelijk vermogen, als op het eigen vermogen van elke echtgenoot.

Het Burgerlijk Wetboek voorziet evenwel in een uitzondering voor schulden aangegaan voor het beroep van één der echtgenoten.

Deze schulden zijn immers zogenaamde onvolmaakte gemeenschappelijke schulden en kunnen enkel verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die de schuld heeft aangegaan en op het gemeenschappelijk vermogen. Dus niet op het eigen vermogen van de andere echtgenoot.

Dat deze schulden ook op het gemeenschappelijk vermogen kunnen verhaald worden wil dus zeggen dat ze verhaald kunnen worden op het inkomen (uit arbeid of vervangingsinkomen) van de andere echtgenoot (nu dat in de gemeenschap valt). Dit kan dus als zeer onwenselijk worden ervaren.

Conclusie

Oefent één van de echtgenoten een beroep uit waar schulden aan verbonden kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld een handelaar, kan de opmaak van een huwelijkscontract zinvol zijn. Binnenkort zal er trouwens een nieuw soort huwelijksvermogensstelsel (naast het wettelijk stelsel, het stelsel van scheiding van goederen en het stelsel van de algehele gemeenschap) worden ingevoerd door de wetgever. U kan hierover binnenkort meer lezen op onze website.

Deze bijdrage schetst slechts het principe van de verhaalbaarheid van beroepsschulden in het wettelijk stelsel en treedt niet in detail. Uiteraard kan uw situatie veel complexer zijn. Hebt u bijvoorbeeld samen met uw echtgenoot een kredietovereenkomst getekend in het kader van zijn/haar beroepsuitoefening? In dat geval hebt u zich beiden verbonden ten aanzien van de kredietinstelling en geldt het algemeen principe mogelijks niet.

U kan zoals steeds uiteraard bij ons kantoor terecht voor advies in uw concrete situatie.



Terug naar overzicht