In eerdere bijdragen hebben we reeds aangekondigd dat men in Spanje op federaal niveau een ‘solidariteitsbijdrage’ heeft ingevoerd ter aanvulling van de reeds bestaande regionale vermogensbelasting. Deze heeft niet alleen gevolgen voor Spaanse inwoners. Ook Belgen die (on)rechtstreeks Spaanse vermogensbestanddelen aanhouden, kunnen hierdoor getroffen worden. In de huidige bijdrage zoomen we in op deze nieuwe belasting en illustreren we aan de hand van een cijfervoorbeeld de impact ervan.
Algemeen kader
De impuesto sobre patrimonio, dit is de Spaanse vermogensbelasting, werd vanaf 1 januari 2012 opnieuw ingevoerd.
Voor Belgische rijksinwoners werd er tot voor kort enkel rekening gehouden met hun (netto) Spaans onroerend bezit voor de heffing van de vermogensbelasting, rechtstreeks aangehouden dan wel middels een Spaanse vennootschap. Door de recente wetswijziging wordt vanaf inkomstenjaar 2022 ook Spaans vastgoed gehouden door een Belgische rijksinwoner middels zijn/haar Belgische vennootschap geviseerd, indien meer dan 50% van de waarde van de activa van de vennootschap uit Spaans vastgoed bestaat. De (cijfermatige) impact van deze nieuwe maatregel zal het bestek uitmaken van een volgende bijdrage.
Concreet heeft de Spaanse vermogensbelasting in eerste instantie op federaal niveau vorm gekregen:
In principe geniet elke eigenaar een voetvrijstelling van € 700.000.
Voor het meerdere gelden de volgende progressieve tarieven (1):
- minder dan € 167.129,45: 0,2 %
- € 167.129,45 → € 334.252,88: 0,3 %
- € 334.252,88 → € 668.499,75: 0,5 %
- € 668.499,75 → € 1.336.999,51: 0,9 %
- € 1.336.999,51 → € 2.673.999,01: 1,3 %
- € 2.673.999,01 → € 5.347.998,03: 1,7 %
- € 5.347.998,03 → € 10.695.996,06: 2,1 %
- meer dan € 10.695.996,06: 3,5 %
Spanje bestaat evenwel uit 17 regio’s, dewelke op het vlak van belastingen bepaalde autonome bevoegdheden hebben. Om die reden zijn er in de verschillende regio’s aanpassingen doorgevoerd met betrekking tot onder meer de grootte van de voetvrijstelling en de toepasselijke tarieven. Zo heeft de regio Madrid - en recent ook de regio Andalusië - de vermogensbelasting zelfs de facto afgeschaft door een 0%-tarief te hanteren.
Introductie van de Spaanse federale solidariteitsbijdrage
Teneinde de gunstregimes in bepaalde deelstaten te counteren en (minstens gedeeltelijk) minder aanlokkelijk te maken, introduceerde de Spaanse federale wetgever deze solidariteitsbijdrage: een nieuwe, directe, persoonlijke en aanvullende belasting bovenop de bestaande vermogensbelasting.
Deze nieuwe belasting treft belastingplichtigen met een vermogen dat op 31 december van het gegeven jaar meer dan drie miljoen euro (netto) bedraagt (2). Deze solidariteitsbijdrage wordt jaarlijks geheven. Voor de regionale vermogensbelasting die elders in Spanje werd betaald wordt er een tax credit toegestaan.
Voor Spaanse residenten wordt hierbij het wereldwijd vermogen in rekening gebracht.
Voor niet-inwoners zou op basis van het Spaans intern recht alleen het Spaans vermogen meetellen. Het voorbeeld bij uitstek betreft uiteraard Spaans vastgoed, maar op basis van de Spaanse wetgeving zouden onder meer ook liquiditeiten op een Spaanse rekening, aandelen van een Spaanse vennootschap, etc. gecapteerd worden.
Als we ervan uitgaan dat deze solidariteitsbijdrage als een nieuwe vorm van vermogensbelasting onder het Belgisch-Spaans dubbelbelastingverdrag kwalificeert en het verdrag doorwerking krijgt (3), moet voorgaande genuanceerd worden. De toepassing van het dubbelbelastingverdrag leidt er toe dat niet zonder meer alle Spaanse vermogensbestanddelen van Belgische fiscale inwoners onder het materieel toepassingsgebied van deze Spaanse solidariteitsbijdrage vallen.
Zo voorziet dit verdrag in het licht van de vermogensbelasting enkel in een heffingsbevoegdheid voor de Spaanse Staat voor in Spanje gelegen onroerende goederen, een participatie in een vennootschap waarvan het vermogen hoofdzakelijk uit in Spanje gelegen onroerende goederen bestaat, een belangrijke deelneming in een Spaanse vennootschap (>25 %) en vermogen van een Spaanse vaste inrichting.
Zodoende zullen bijvoorbeeld liquiditeiten op een Spaanse rekening buiten het toepassingsgebied van de solidariteitsbijdrage vallen.
Zoals reeds eerder gesignaleerd, bestaat er thans reeds heel wat discussie over de grondwettelijkheid van deze nieuwe regeling en de overeenstemming met de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de autonome regio's. Dergelijke solidariteitsbijdrage zal dan ook ongetwijfeld het voorwerp worden van verschillende rechtszaken.
In functie van het regionaal belastingregime kan deze nieuwe federale vermogensbelasting al dan niet een belangrijke impact hebben. In onderstaand eenvoudig voorbeeld lichten we dit toe.
Cijfervoorbeeld (Madrid)
Marc heeft in de regio Madrid een villa gekocht ter waarde van € 6.500.000. Hij ging hiervoor geen lening aan.
Vermits Madrid de facto geen vermogensbelasting heft, hoefde hij zich hierover tot voor kort geen zorgen te maken.
De solidariteitsbijdrage volgt (vanaf € 3.000.000) de federale tarieven van de vermogensbelasting, welke de volgende zijn:
- € 3.000.000 → € 5.347.998,03: 1,7 %
- € 5.347.998,03 → € 10.695.996,06: 2,1 %
- meer dan € 10.695.996,06: 3,5 %
Concreet betekent dit dat een solidariteitsbijdrage verschuldigd is van € 64.108,01 (= (2.347.998,03 x 1,7%) + (1.152.001,97 x 2,1%)).
Cijfervoorbeeld (Valencia)
We hernemen hetzelfde cijfervoorbeeld maar met een villa in Valencia.
De regio Valencia heft wél vermogensbelasting en houdt - naast een voetvrijstelling van € 500.000 rekening met de volgende progressieve tarieven (welke dus afwijken en hoger liggen dan de federale variant):
- minder dan € 167.129,45: 0,25 %
- € 167.129,45 → € 334.252,88: 0,37 %
- € 334.252,88 → € 668.499,75: 0,62 %
- € 668.499,75 → € 1.336.999,51: 1,12 %
- € 1.336.999,51 → € 2.673.999,01: 1,62 %
- € 2.673.999,01 → € 5.347.998,03: 2,12 %
- € 5.347.998,03 → € 10.695.996,06: 2,62 %
- meer dan € 10.695.996,06: 3,5 %
Marc is derhalve een regionale vermogensbelasting verschuldigd van € 106.026,33. (3)
In principe bedraagt de federale solidariteitsbijdrage € 64.108,01 (cf. supra). Gelet op de credit die toegestaan wordt, zal er in casu geen federale solidariteitsbijdrage verschuldigd zijn.
Besluit
De Spaanse wetswijziging heeft voor Belgische fiscale inwoners die in Spanje in belangrijke mate geïnvesteerd hebben (lees: netto-vermogen van meer dan € 3.000.000) tot gevolg dat zij een bijkomende vermogensbelasting verschuldigd zijn. Bovendien worden er ook extra vermogensbestanddelen onder deze nieuwe wetgeving gecapteerd. Vooral indien de investeringen zich situeren in regio’s die geen of een aanzienlijk lagere vermogensbelasting heffen ten opzichte van de federale wetgeving zal de solidariteitsbijdrage zwaar doorwegen (op vandaag is dit voornamelijk het geval voor Madrid en Andalusië).
Hoewel het nog af te wachten is of deze nieuwe wetgeving de toets van het Spaans Grondwettelijk Hof zal doorstaan, zal het veiligheidshalve ook in deze regio’s voor voorname investeringen in onder meer vastgoed belangrijk worden om af te wegen of het opportuun is om een schuldfinanciering aan te gaan. In andere regio’s, zoals bijvoorbeeld Valencia, zal dit in de praktijk in principe geen (verder) effect sorteren.
Ten slotte geven wij nog mee dat de eerste aangiftes voor deze solidariteitsbijdrage moeten worden ingediend in mei - juni 2023.
(1) Uiteraard zijn er nog tal van andere bijzonderheden. Men denke bijvoorbeeld aan de vrijstelling voor de gezinswoning en voor bepaalde vermogensbestanddelen van familiale vennootschappen. In de huidige bijdrage werden deze bijzonderheden buiten beschouwing gelaten.
(2) Voor Spaanse rijksinwoners wordt hier bovenop nog een voetvrijstelling van € 700.000 gehanteerd.
(3) Ondanks dat België heden geen vermogensbelasting heft.
(4) = € 167.129,45 x 0,25 % + (€ 334.252,88 - € 167.129,45) x 0,37 % + (€ 668.499,75 - € 334.252,88) x 0,62 % + (€ 1.336.999,51 - € 668.499,75) x 1,12 % + (€ 2.673.999,01 - € 1.336.999,51) x 1,62 % + (€ 5.347.998,03 - € 2.673.999,01) x 2,12 % + (€ 6.500.000 - € 500.000 - € 5.347.998,03) x 2,62%