In een eerder artikel bespraken wij het gewijzigde standpunt van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) met betrekking tot de gesplitste aankoop, dat werd gepubliceerd op 28 juli 2015. Het was het zoveelste standpunt op korte termijn in deze materie, hetgeen dan ook voor enige commotie zorgde. Inmiddels is dit standpunt niet langer gepubliceerd op de website van VLABEL, maar vervangen door een nieuw standpunt van 7 september 2015 (link)
In een eerder artikel bespraken wij het gewijzigde standpunt van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) met betrekking tot de gesplitste aankoop, dat werd gepubliceerd op 28 juli 2015. Het was het zoveelste standpunt op korte termijn in deze materie, hetgeen dan ook voor enige commotie zorgde. Inmiddels is dit standpunt niet langer gepubliceerd op de website van VLABEL, maar vervangen door een nieuw standpunt van 7 september 2015 (link).
VLABEL herneemt het oude standpunt (RJ S 9/06/07) van de federale administratie. Kort samengevat, kan het tegenbewijs in het kader van een gesplitste aankoop op twee manieren worden geleverd.
1. Ofwel toont men aan dat er geen causaal verband bestaat tussen de voorafgaande schenking (van de geldsom voor de financiering van de blote eigendom) en de aankoop. Voor het bewijs van de afwezigheid van het causaal verband zou het immers voldoende zijn om aan te tonen dat er nergens een verplichting of last is tot de aankoop van de blote eigendom, bijvoorbeeld in de pacte adjoint bij de bankgift of in de notariële schenkingsakte. Of dit pragmatisch standpunt blijft behouden, is onduidelijk.
2. Als dat niet kan worden aangetoond, dan wordt een onderscheid gemaakt tussen twee situaties.
Voor aankoopakten vanaf 1 september 2013 moet dan kunnen worden aangetoond dat de voorafgaande schenking is onderworpen aan het schenkingsrecht of de schenkbelasting. Gaat het om een bankgift of een schenking voor een Nederlandse notaris, dan moet de registratie gebeurd zijn voor de aankoop.
Voor aankoopakten voor 1 september 2013 volstaat het om aan te tonen dat de schenking is gebeurd voor de aankoop. Ongeacht of de schenking aan de heffing van het registratierecht werd onderworpen.
VLABEL brengt dus in enige zin wel terug "zekerheid" in de bestaande praktijk van de gesplitste aankoop, met name dat de betaling van de schenkbelasting van 3% voldoende is voor het tegenbewijs. Of dit standpunt ook te verantwoorden is, dat is een andere vraag. O.i. is het standpunt van VLABEL (en van e federale administratie)
contra legem. Het tegenbewijs in het kader van de gesplitste aankoop (om de toepassing van erfbelasting te vermijden) kan - volgens de letter van de wet - worden geleverd “als er wordt bewezen dat de verkrijging geen bedekte bevoordeling van de derde is”. Welnu, als er een schenking is die de gesplitste aankoop voorafgaat, dan is er geen bedekte bevoordeling en kan artikel 2.7.1.0.7. VCF niet worden toegepast. Volgens de wet moet men niet kunnen aantonen dat er schenkbelasting is betaald. Men moet ook geen afwezigheid van causaal verband aantonen. Men moet alleen aantonen dat er geen bedekte bevoordeling is geweest. En enkel dat. Dat kan door aan te tonen dat er een schenking is geweest voor de aankoop. Het tegenbewijs kan daarbij natuurlijk niet worden geleverd indien de betaling voor de blote eigendom is gebeurd vanuit een rekening van de ouders.
Cazimir Advocaten,
8 september 2015.