Alle bankrekeningen worden geblokkeerd na een overlijden. Wat nu?

Alle bankrekeningen worden geblokkeerd na een overlijden. Wat nu?

Vroeg of laat komen we spijtig genoeg allemaal wel eens in aanraking met een overlijden binnen onze familiale kring. Op dat ogenblik worden de familieleden - naast de emotionele verwerking van het overlijden - geconfronteerd met allerhande praktische problemen, in het bijzonder het regelen van de nalatenschap. Eén van de problemen is de blokkering van de bankrekening. Waarom blokkeert de bank de bankrekeningen en hoe kan men de rekeningen deblokkeren?


Vroeg of laat komen we spijtig genoeg allemaal wel eens in aanraking met een overlijden binnen onze familiale kring. Op dat ogenblik worden de familieleden - naast de emotionele verwerking van het overlijden - geconfronteerd met allerhande praktische problemen, in het bijzonder het regelen van de nalatenschap.

Blokkering van de bankrekeningen

Bij een overlijden blokkeert de bank alle bankrekeningen en bankkaarten van de overledene, alsook alle gemeenschappelijke of onverdeelde rekeningen van de overledene en zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Zélfs de eigen rekeningen van de overlevende partner worden geblokkeerd.

De reden hiervan is ondermeer in de bescherming van de erfgenamen. De bank weet op het moment van overlijden niet wie de potentiële gerechtigden zijn. Dit is immers afhankelijk van verschillende factoren (onder meer het huwelijksstelsel, wie zijn de wettige en/of reservataire erfgenamen, is er een testament etc.).

Deze blokkering heeft tot gevolg dat de langstlevende partner in principe niets meer kan betalen, noch met de bankrekening van de overledene, noch met de gemeenschappelijke rekeningen en zelfs niet meer met de eigen rekeningen. Ook de aanwezige kluizen, eender op wiens naam deze gehuurd zijn, worden geblokkeerd en de bestaande volmachten worden opgeheven. Dit kan tot schrijnende toestanden leiden omdat er geen betalingen meer kunnen worden uitgevoerd.

Hoe deblokkeren?

Vooraleer de bank de rekeningen zal deblokkeren, moet haar een attest van erfopvolging (opgemaakt door het registratiekantoor) of een akte van erfopvolging worden voorgelegd (opgemaakt door de notaris) (hierna ook samen “erfrechtverklaring”). Een attest van erfopvolging kan door het registratiekantoor enkel worden afgeleverd indien er geen testament of andere uiterste wilsbeschikking voorhanden is. Er mag ook geen huwelijkscontract zijn opgemaakt, noch mogen er “onbekwame” (= minderjarigen of onbekwaamverklaarden) erfgenamen aanwezig zijn. In al deze gevallen is de ontvanger van het registratiekantoor onbevoegd en zal een notaris een akte van erfopvolging moeten opstellen. In de praktijk zorgt de notaris meestal voor dit document.

De verklaring van erfrecht ondertekend door het gemeentebestuur (bij minieme bedragen) en de akte van bekendheid opgemaakt door de vrederechter, zijn niet geldig voor de deblokkering van de bankrekeningen.

Sinds de wet van 1 juli 2012 moet de notaris of de ontvanger van een registratiekantoor die gelast is met de opmaak van een erfrechtverklaring, steeds contact opnemen met de fiscale en sociale administraties. Deze instanties moeten onderzoeken of er geen schulden zijn op naam van de overledene en/of de erfgenamen. De sociale en fiscale instanties hebben 12 werkdagen de tijd om eventuele schulden te melden aan de betrokken notaris of ontvanger. Deze notificaties zijn belangrijk omdat een bank maar zal deblokkeren als in de erfrechtverklaring wordt verklaard dat ‘er geen schulden werden gemeld van de overledene of de erfgenamen, dat alle gemelde schulden reeds werden voldaan of dat zij voorafgaand aan de vrijgave van de tegoeden zullen worden betaald met die tegoeden’. Voor deze laatste hypothese is echter het akkoord van alle erfgenamen nodig.

In de praktijk vraagt de bank evenwel niet enkel in deze laatste hypothese goedkeuring aan alle erfgenamen, maar gebeurt dit zo goed als altijd. Zelfs indien er een erfrechtverklaring aanwezig is, wordt gevraagd aan alle erfgenamen om te tekenen voor vrijgave. Dit kan vanzelfsprekend voor bijkomende problemen zorgen.

Toch bepaalde schulden betalen met rekening (mede) op naam van overledene?

Op verzoek van de notaris, of de erfgenamen kan een bank een aantal ‘gewone’ schulden betalen, ook zonder dat de sociale en fiscale notificaties zijn gebeurd.

Onder ‘gewone’ schulden vallen de begrafeniskosten (inclusief rouwmaaltijden en concessies), de kosten van de laatste ziekte van de overledene (gedurende een jaar) en de kosten betreffende de gezinswoning van de overledene, te weten facturen voor levering van water, elektriciteit, stookolie, gas, brandverzekering, huur of betaling van een hypothecair krediet (volgens het afbetalingsplan van kracht bij overlijden), met een vervaldag binnen de laatste drie maanden voor het overlijden en de eerste zes maanden na het overlijden.

Beperkte vrijgave van tegoeden

De langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) kan toch vrijgave krijgen van een beperkt bedrag, als voorschot om dringende uitgaven te doen, niettegenstaande het feit dat de rekeningen geblokkeerd blijven. Hiervoor moet geen erfrechtverklaring worden voorgelegd. Dit bedrag is beperkt tot de helft van het bedrag dat op de rekening staat en is nominaal begrensd tot een som van 5.000 euro.

Voorbeeld 1: als er 2.000 euro op de zichtrekening staat, kan de overlevende partner maximaal 1.000 euro afhalen.

Het maximum van 5.000 euro is echter geen beperking per rekening of per bank. Het is een maximum dat geldt voor alle bankrekeningen in totaal.

Voorbeeld 2: Er zijn liquiditeiten bij bank A ten belope van 250.000 euro. Bij bank B en C staan daarnaast nog eens bedragen van respectievelijk 50.000 euro en 100.000 euro. De langstlevende partner mag in dit geval in totaal slechts een bedrag van 5.000 euro afhalen.

Het is echter mogelijk om bij verschillende banken geld af te halen, zonder dat de banken per se van elkaar weten dat een andere bank reeds een bepaalde som heeft vrijgegeven. Dit heeft evenwel gevolgen: voor het bedrag dat de langstlevende boven deze grenzen afhaalt, verliest de deze zijn/haar aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nalatenschap.

Voorbeeld 3: Indien de langstlevende 8.000 euro zou afhalen (dus 3.000 euro teveel), dan verliest de hij/zij alle rechten in de 3.000 euro die teveel zijn afgehaald. Indien het gaat om een nalatenschap van 100.000 euro, waarin de langstlevende in principe gerechtigd is voor 50.000 euro, dan zal de langstlevende (ten gevolge van het teveel afgehaalde geld) slechts recht hebben op 47.000 euro en de overige erfgenamen op 53.000 euro.

De langstlevende verliest bovendien ook de mogelijkheid tot het verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving van de nalatenschap. Hij/zij wordt geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard.



Retour à l’aperçu