Aandachtspunten voor buitenlandse managementvennootschappen

Aandachtspunten voor buitenlandse managementvennootschappen

Sinds jaar en dag is het gebruik van managementvennootschappen een goed ingeburgerde en meestal aanvaarde praktijk in het nationale en internationale ondernemingsleven. We merken dat deze in de praktijk worden geviseerd door de Belgische fiscus.

Sinds jaar en dag is het gebruik van managementvennootschappen een goed ingeburgerde en meestal aanvaarde praktijk in het nationale en internationale ondernemingsleven. In de praktijk merken wij echter dat de Belgische fiscus - meer bepaald de Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (hierna BBI) - zijn pijlen richt op buitenlandse managementvennootschappen. Vooral managementvennootschappen met Belgische bestuurders maar ook managementvennootschappen met Belgische aandeelhouders worden geviseerd.

De BBI viseert echter niet het gebruik van managementvennootschappen op zich, maar het - volgens hen althans - wederrechtelijk gebruik van buitenlandse managementvennootschappen (lees: postbusvennootschappen). De manier waarop de BBI buitenlandse managementvennootschappen aanpakt, bestaat er voornamelijk in door aan te voeren dat het fiscaal gezien om een Belgische binnenlandse vennootschap gaat, ook al werd deze bijvoorbeeld in Dubai opgericht en is de zetel ervan daar gevestigd.

Indien u een buitenlandse managementvennootschap heeft of bestuurder bent van een dergelijke structuur en u bepaalde banden met België heeft (nationaliteit, domicilie, verblijf, aan de Belgische personenbelasting onderworpen zijn,…) komt u mogelijk in het vizier van de fiscus. Bepalend in deze discussie is of de Belgische fiscus toch kan aantonen dat de buitenlandse vennootschap een Belgische is voor de toepassing van onze fiscale wetgeving. Dit is van belang omdat vennootschappen die fiscaal kwalificeren als een binnenlandse vennootschap in België op hun wereldwijde inkomen belast worden en in de meeste gevallen is hier dan eveneens BTW verschuldigd!

Wanneer is België bevoegd om een vennootschap te belasten?

Om in een internationale context te bepalen of een vennootschap in België belastbaar is moet vooreerst nagegaan worden of er een dubbelbelastingverdrag bestaat tussen België en de staat waarin de vennootschap gevestigd is. Dit zal zowat altijd het geval zijn. België sloot namelijk heel wat dubbelbelastingverdragen af, ook met staten waarvan men dit niet meteen zou verwachten. Zo heeft België onder andere dubbelbelastingverdragen afgesloten met Bulgarije, China, Cyprus, Hongarije, Hong Kong, India, Montenegro, Luxemburg, Roemenië, Singapore, de Verenigde Arabische Emiraten en Zwitserland.

In dergelijke dubbelbelastingverdragen wordt doorgaans bepaald dat - althans wat vennootschappen betreft - deze inwoner zijn van die staat waarin de werkelijke leiding wordt gevoerd (place of effective management) en dus niet waar deze zijn ingeschreven! Dit is een feitenkwestie waarbij gezocht wordt naar de plaats waar de belangrijk(st)e management-, bestuurs- en commerciële beslissingen genomen worden. Waar de bestuurders vergaderen, maar vooral waar de effectieve beslissingen worden genomen, is hierbij van belang.

In de veronderstelling dat de werkelijke leiding van een vennootschap volgens het dubbelbelastingverdrag in België te lokaliseren valt, moet op basis van het interne Belgische recht alsnog nagegaan worden of de vennootschap een binnenlandse vennootschap uitmaakt. Het dubbelbelastingverdrag duidt namelijk enkel aan welke staat kan belasten, niet welke staat effectief heft. Dit laatste wordt bepaald door het interne recht van de staat in kwestie. Enkele uitzonderingen niet te na zal een vennootschap waarvan de werkelijke leiding zich volgens het dubbelbelastingverdrag in België situeert eveneens voldoen aan de Belgische definitie van binnenlandse vennootschap.

Op basis van het interne recht is een vennootschap namelijk aan de Belgische vennootschapsbelasting onderworpen indien ze haar maatschappelijke zetel, haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer in België heeft.

Of een vennootschap haar maatschappelijke zetel in België heeft, valt eenvoudig af te leiden uit de statuten van de vennootschap. Het hebben van haar voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België is echter vaak voer voor discussie met de fiscus.

Wanneer heeft een vennootschap haar voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer in België?

Om dit na te gaan, stelt de Belgische fiscus dat het van belang is “te bepalen waar zich de zetel van algemeen bestuur bevindt (daar waar de voornaamste directie- en beheersorganen verenigd zijn, d.w.z. de kantoren van de eigenlijke directie, van de handelsafdeling, van de centrale boekhouding, het archief, enz.), waar de algemene vergaderingen van de aandeelhouders of vennoten worden gehouden, waar uiteindelijk de hogere leiding, het maatschappelijke beheer en de algemene belangen worden waargenomen en behartigd” (ComIB 179/23).

Dat een vennootschap opgericht is naar buitenlands recht (bv. een Luxemburgse SOPARFI, een UK Ltd.,...), het merendeel van of zelfs alle bestuurders en of aandeelhouders van een vennootschap een bepaalde nationaliteit heeft, de maatschappelijke zetel zich niet in België bevindt, de vennootschap haar post ontvangt via een buitenlandse fiscaal adviseur / accountant, bankrekeningen heeft in het buitenland, een aangifte in het buitenland indient, belastingen betaalt in een andere staat, … is hierbij ofwel irrelevant, ofwel net een argument dat de BBI hanteert om aan te voeren dat het wel degelijk om een Belgische binnenlandse vennootschap gaat.

Wie vanuit België wereldwijd IT-advies of consultancyprestaties verricht en deze vervolgens via bijvoorbeeld een Bulgaarse vennootschap aan de cliënten aanrekent, zal deze Bulgaarse managementvennootschap alsnog geherkwalificeerd zien als een Belgische binnenlandse vennootschap.

CONCREET : Wanneer is mijn buitenlandse managementvennootschap toch belastbaar?

Er werd eerder al op gewezen dat het bepalen van de heffingsbevoegde staat een feitelijke beoordeling vereist. Specifiek met betrekking tot managementvennootschappen kan evenwel opgemerkt worden dat het eigen is aan dit soort vennootschappen dat ze weinig en meestal zelfs geen personeel tewerkstellen en - uiterst belangrijk - doorgaans slechts 1 of 2 bestuurders / zaakvoerders hebben.

De (quasi-) ononderbroken fysieke aanwezigheid van deze bestuurder(s) in België zal dan ook vaak een afdoende reden zijn voor de fiscus om te stellen dat het fiscaal gezien om een Belgische binnenlandse vennootschap gaat. Managementvennootschappen waarvan de bestuurders en of aandeelhouders aan de Belgische personenbelasting onderworpen zijn, zullen bij de BBI dan ook in het oog springen.

Om discussie met de Belgische fiscus te vermijden houdt u best nauwgezet alle mogelijke stukken bij. Niet alleen zorgvuldig opgestelde notulen van de vergaderingen van de vennootschap (gedateerd, vermelden waar deze plaatsvond), maar ook o.a. volgende stukken houdt u best bij: een gedetailleerde agenda, vliegtuigtickets, parkeertickets, parkeerboetes, snelheidsboetes, tankbewijzen, visitekaartjes, foto’s van vergaderingen, persberichten, de (uitgelezen) historiek van uw GPS - ook mogelijk met smartphones -, restaurantbonnetjes, uitnodigingen, afgestempelde postkaarten, telefoonafrekeningen, energiefacturen, etc.

Dat u alles zorgvuldig bijhoudt kan in de nabije toekomst goed van pas komen. Het ziet er namelijk naar uit dat het aantal buitenlandse vennootschappen dat binnenkort door de BBI fiscaal als Belgische binnenlandse vennootschap beschouwd zal worden, exponentieel zal toenemen. De hoeveelheid informatie die de fiscus in de nabije toekomst - ook vanuit zogenaamde offshore belastingparadijzen zoals Belize, de Bermuda-eilanden, Guernsey, de Kaaimaneilanden en Panama - zal ontvangen, is ongezien. Meer informatie omtrent deze internationale gegevensuitwisseling vindt u hier.

Cazimir Advocaten, 19 februari 2016.



Retour à l’aperçu