Rente op het debet of creditsaldo van de rekening-courant: aanpassing van de rentevoeten en bepaling van de marktrente

Rente op het debet of creditsaldo van de rekening-courant: aanpassing van de rentevoeten en bepaling van de marktrente

Renteloze lening of lening tegen een verminderde rentevoet door de vennootschap aan haar bedrijfsleider

Een vaak voorkomende techniek om geld uit te vennootschap te halen, betreft het aangaan van een lening door bedrijfsleider bij de vennootschap. Deze lening kan bestaan uit een debitering van de rekening-courant van de bedrijfsleider, een gewone lening met vaste looptijd of een hypothecaire lening.

Wanneer de bedrijfsleider echter een te lage rente betaalt, of een renteloze lening aangaat, geeft dit aanleiding tot een belastbaar voordeel van alle aard in diens hoofde. De waarde van dit voordeel van alle aard wordt op forfaitaire wijze vastgesteld en wordt jaarlijks aangepast (artikel 18 §3 KB/WIB92).

Het Koninklijk Besluit van 28 januari 2018 bepaalt nu welke de rentevoeten zijn op basis waarvan het voordeel van alle aard wordt berekend voor de vanaf 1 januari 2017 gesloten leningsovereenkomsten. Het betreft de volgende rentevoeten:

A. Hypothecaire leningen:
  • terugbetaling gewaarborgd door een gemengde levensverzekering : 2,13%
  • andere : 2,00%
B. Niet-hypothecaire leningen:
  • zonder vaste looptijd (rekening-courant): 8,78/%
  • met vaste looptijd (maandelijks lastenpercentage)
    • financiering aankoop wagen : 0,06%
    • andere : 0,2%

Lening door de bedrijfsleider aan zijn vennootschap

Het komt echter ook voor dat een bedrijfsleider een lening geeft aan zijn vennootschap via een creditering van de rekening-courant), die hierop een interest betaalt.

Wanneer de vennootschap een interest betaalt die hoger is dan de ‘marktrente”, dan is het gedeelte van de interest boven deze marktrente niet aftrekbaar in hoofde van de vennootschap (artikel 55 WIB92). Daarnaast kan de administratie het overdreven deel van de interest herkwalificeren als dividend (artikel 18 WIB92).

In de praktijk ontstaan er soms discussies over hoeveel de marktrente nu exact bedraagt op de creditstand van een rekening-courant. Vaak wordt er door de belastingplichtige een voorstel van (kas)krediet door een financiële instelling voorgelegd. De administratie is hier evenwel niet altijd mee akkoord.

Om deze discussie te vermijden, bepaalt artikel 9 van de Programmawet van 27 december 2017 nu welke rentevoet op het creditsaldo van de rekening-courant aanvaardbaar is voor de aftrekbaarheid in hoofde van de vennootschap en dit met ingang van 2020.

Het betreft de door de Nationale Bank van België bekendgemaakte “MFI rentevoet voor leningen voor een bedrag tot 1 000 000 euro met variabel tarief en initiële rentebepaling tot een jaar verstrekt aan niet-financiële vennootschappen gesloten in de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben”. Deze rentevoet mag verhoogd worden met 2,5%. (Deze tarieven zijn vrij te raadplegen op de website van de Nationale Bank.)

Ter illustratie: voor de de leningen afgesloten in 2017, betekent dit een rentevoet van 4,2% (1,7 % verhoogd met 2,50%). Voor 2018 en 2019 bent u evenwel niet verplicht om deze marktrentevoet toe te passen.



Back to overview