Wij berichtten u reeds over het Koninklijk Besluit nr. 2 van 9 april 2020, waarbij de regering gelet op de huidige crisissituatie maatregelen nam om tegemoet te komen aan de bekommernissen dat rechtshandelingen niet tijdig kunnen worden verricht en de dienstverlening van de rechtbank gehinderd zou kunnen worden door de vereiste van een pleitzitting met partijen en/of advocaten alvorens een zaak in beraad genomen kan worden.
De einddatum van de periode waarin deze maatregelen van kracht zijn, kon overeenkomstig het KB nr. 2 van 9 april 2020 nog steeds worden aangepast, in functie van de evolutie van de “Corona-crisis”. Een verlenging bleef niet achterwege want op 28 april 2020 verscheen een Koninklijk Besluit tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij het Koninklijk Besluit nr. 2.
Wij berichtten u reeds over het Koninklijk Besluit nr. 2 van 9 april 2020, waarbij de regering gelet op de huidige crisissituatie maatregelen nam om tegemoet te komen aan de bekommernissen dat rechtshandelingen niet tijdig kunnen worden verricht en de dienstverlening van de rechtbank gehinderd zou kunnen worden door de vereiste van een pleitzitting met partijen en/of advocaten alvorens een zaak in beraad genomen kan worden.
De einddatum van de periode waarin deze maatregelen van kracht zijn, kon overeenkomstig het KB nr. 2 van 9 april 2020 nog steeds worden aangepast, in functie van de evolutie van de “Corona-crisis”.
Een verlenging bleef niet achterwege want op 28 april 2020 verscheen een Koninklijk Besluit tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij het Koninklijk Besluit nr. 2. Wij bespreken deze wijzigingen en verwijzen met betrekking tot de overige maatregelen (die ongewijzigd blijven) graag naar onze vorige artikelen.
Verlenging termijnen
(Zie ook ons vorig artikel)
Ingevolge tussenkomst van het KB van 28 april 2020 worden verjaringstermijnen en andere termijnen om vorderingen in te stellen bij een burgerlijk gerecht die verstrijken vanaf 9 april 2020 tot en met 17 mei 2020 (voorheen 3 mei 2020) van rechtswege verlengd tot en met 17 juni 2020 (voorheen 3 juni 2020).
De termijnen van rechtspleging (voor het verrichten van een proceshandeling zoals het neerleggen van conclusies) en termijnen om een rechtsmiddel aan te wenden (hoger beroep, verzet, voorziening in cassatie, ...) worden door het KB van 28 april 2020 niet bijkomend verlengd. De termijnen die verstrijken in de periode vanaf 9 april 2020 tot en met 3 mei 2020 werden door het KB nr. 2 van rechtswege verlengd tot 3 juni 2020; het KB van 28 april 2020 verandert hieraan niets.
Schriftelijke behandeling burgerlijke zaken
(Zie ook ons vorig artikel)
Ingevolge tussenkomst van het KB van 28 april 2020 worden zaken die zijn vastgesteld voor pleidooien in de periode van 11 april 2020 tot en met 17 juni 2020 (voorheen 3 juni 2020) van rechtswege in beraad genomen zonder mondelinge pleidooien, voor zover partijen conclusie genomen hebben.
Indien in uw zaak reeds conclusies genomen werden en de zittingsdag normalerwijze zou plaatsgevonden hebben voor of op 17 juni 2020 (voordien voor of op 3 juni 2020), zal de rechter zich buigen over de zaak en deze ‘in beraad nemen’ zonder voorafgaand pleidooi. De overige maatregelen wijzigen zoals voormeld niet: aan de rechter wordt nog steeds de mogelijkheid geboden om aan partijen te vragen om een mondelinge opheldering te geven over de punten die hij aanwijst en partijen kunnen nog steeds hun bezwaar doen kennen tegen het in beraad nemen van hun zaak zonder pleidooien.
Wij blijven dit op de voet volgen en contacteren u uiteraard persoonlijk indien deze maatregelen gevolgen kunnen hebben voor uw burgerlijke procedure.
Wenst u op de hoogte te blijven? Volg Cazimir op LinkedIn!